Op een donderdag in 2012 ging ik verwachtingsvol naar de fysiotherapie. Nicole zou de genezing van mijn gekneusde scheenbeen en de bloeduitstortingen in mijn kuit bespoedigen.
Ik zat op de massagetafel met mijn linkerbeen gebogen al kijkend naar mijn gemasseerde kuit. Het leek wel de kuit van iemand anders.
Ineens pakt ze mijn kuit beet in een kneedbeweging en vraagt: wat voel je?
Hoe bedoel je?
Niet in je hoofd maar in je lichaam, wat voel je?
Wat ik voel?
Ja, wat doet het met je?
Nou, ik verkramp een beetje.
Ja. Als je ergens pijn hebt lijkt het alsof je er afstand van neemt. Je ‘vertrekt’ dan als het ware uit die plek.
Vervolgens versoepelde haar greep.
Wat voel je nu? Doe je ogen dicht en zeg wat je voelt.
En daar zat ik dan, met mijn ogen dicht, te voelen wat ik voel!
Het stroomt, riep ik met een Eureka-gevoel.
Juist, zei Nicole, en ik was trots als het braafste jongetje van de klas dat het goede antwoord wist.
Je voelt het stromen omdat ik flirt met je kuit! Als ik je kuit aanraak dan krijgt die aandacht. En je lichaam doet de rest.
Sta even op. Hoe voelt je been nu?
Alsof de kracht erin teruggekeerd is, antwoordde ik. Voor het eerst sinds weken voel ik een prikkel om te gaan hardlopen.
Juist, zei Nicole. Dan moet je dat ook doen! Rustig aan, niet te veel belasten. Bij pijn meteen stoppen.
En terugkomen bij jou, lachte ik.
Precies. Zodat ik weer kan flirten met je kuit. Want dat is het: aandacht geven.
Nou, Nicole, tot flirtens!
Tot flirtens!
Aan wat/wie wilt u meer aandacht geven?
